Een rozerode roos
Met bladgroene bladeren
Een hartverwarmende geur
Als je goed oplet
Poems
Nog niet
Jou tijd is nog niet gekomen
Nog te veel om te beleven
Te veel mensen om achter te laten
Te veel vrienden die om je geven
Rusteloze nachten
Rusteloze nachten
Je bent niet goed genoeg
Je wilt zoveel bereiken
Nog zo veel voor de boeg
Man van de schaduw
In de schaduw hoor ik thuis
Niet die van een appartement of van een huis
Maar van een mens, een levend wezen
Dat ik daar thuis hoor heb ik reeds keer op keer bewezen
Kater
Langzaam word ik wakker
Ik weet niet meer waar ik ben
Geluiden gonzen door mijn hoofd
En in de verte klinkt een schelle stem
Leef je leven
Als dagen zijn als een verstuiving in de wind
Waarom leven wij dan niet voluit
Waarom zijn wij zo vaak slecht gezind
Jij
Jij kan mijn hart bekoren
In jouw ogen kan ik verdrinken
En eenieder mag het horen
Op onze liefde wil ik klinken
In stilte
In stilte zal ik spreken
In stilte zal ik gaan
Dus zolang als ik blijf spreken
Ben ik niet heen gegaan
Het verborgene
Als je de bladeren hoort ritselen
En de vogels vrolijk fluiten
Als je de krekels hoort tjirpen
Dan ben je zeker buiten
Het onbereikbare
Elke avond vraag ik mij af
Of dat het nog bestaat
In deze zo moderne wereld
Of dat het nog als vroeger gaat