Geen mens die haar ziet
Ze loopt langs de straat
Ze leeft dag per dag
Weet niet naar waar ze gaat
Poems
Hij
Hij geeft me rust.
Hij vult me aan.
Hij houdt van mij.
Hij ziet me staan.
Lichtjes
In de zetel onderuit
Met een pintje in zijn hand
De kamer stinkt naar drank
Op de vloer een oude krant
Twee boeken
Ik heb hier twee boeken liggen
Een boek K en een boek B
Ze hebben allebei een boodschap
Maar tegen eentje zeg ik nee
Gesloten
Ik sluit mijn ogen
Zoals ik altijd doe.
Ik sluit mijn ogen
Al ben ik nog niet moe