Geen mens die haar ziet
Ze loopt langs de straat
Ze leeft dag per dag
Weet niet naar waar ze gaat
Een gevecht elke dag
Tegen de honger en de dorst
ze kijkt schuchter om zich heen
En knabbelt aan een korst
Haar arm in een vuilbak
Ze haalt er alles uit uit
In de hoop iets te vinden
Voor haar en haar spruit
Ik wou haar iets geven
Maar ze nam het niet aan
Ze had alleen haar trots
En liep bij me vandaan