Er was eens een kabouter
Hij woonde in het bos
Die kabouter had altijd pech
Hij was altijd de klos
Hij was zo vaak zo moe
En kon niet zo goed slapen
Dus altijd als hij werkte
zat die maar te gapen
Op een dag zei de kabouter dus
ik ga op tijd naar bed
dat help misschien een beetje wel
Zodat ik het morgen red
En ja de volgende morgen
Ging alles zoals het hoort
En deze kleine kabouter
heeft nooit meer van pech gehoord